Bij het uitoefenen van je zelfstandige activiteit maak je kosten. Die mag je aftrekken van je omzet. En dit resulteert vervolgens in je netto-inkomen, waarop je belastingen betaalt. Kort door de bocht geldt: hoe hoger je aftrekbare kosten, hoe lager je netto-inkomen… en hoe minder belastingen je betaalt. Uiteraard zijn er hiervoor wettelijke regels. Een overzicht van welke beroepskosten kunnen (en welke niet) vind je hieronder.

De voorwaarden van beroepskosten

De algemene regels zijn transparant. Het moet gaan om uitgaven:

• die rechtstreeks verband houden met je activiteiten;
• waarvan je de echtheid en het bedrag kan bewijzen;
• die je maakte in het jaar waarin je ze inbrengt.

100% aftrekbaar of niet?

De fiscus maakt een onderscheid tussen beroepskosten die integraal aftrekbaar zijn en beroepskosten die je slechts gedeeltelijk kunt inbrengen.

Integraal aftrekbaar zijn:

• de huur van je winkel of kantoor
• kantoorbenodigdheden
• sociale bijdragen
• premies kaderend in je vrij aanvullend pensioen
• …

Andere beroepskosten kan je slechts gedeeltelijk inbrengen:

• restaurantkosten
• verplaatsingen van en naar het werk
• relatiegeschenken
• …

Een printer is dus integraal aftrekbaar. Een zakenlunch slechts gedeeltelijk. De achterliggende redenering: eten moet je sowieso, een lunch met een (potentiële) klant kan je dan ook niet voor het volle bedrag inbrengen.

Vrij complex

Zoals je al merkt, is het inbrengen van beroepskosten vrij ingewikkeld en bestaan er op het vlak van aftrekbare kosten best wat grijze zones. Je laat je dan ook best bijstaan door een boekhouder of accountant.

Bron: Partena Professional

Partena Professional